hljóð

IJslands

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / l̥jouːð /
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 1834
Klasse n
sterk
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hljóð     hljóðið     hljóð     hljóðin  
genitief   hljóðs     hljóðsins     hljóða     hljóðanna  
datief   hljóði     hljóðinu     hljóðum     hljóðunum  
accusatief   hljóð     hljóðið     hljóð     hljóðin  

Zelfstandig naamwoord

hljóð, o

  1. (natuurkunde) geluid
    «Menn skynja hljóð með heyrnarskynfærum sínum.»
    Mensen nemen geluid waar met hun gehoor.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

hljóð

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van hljóð

hljóð

  1. accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van hljóð

hljóð

  1. accusatief onbepaald onzijdig meervoud van hljóð
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.