hoboïst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoboïst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·bo·ist
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van hobo met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord hoboïst hoboïsten
verkleinwoord hoboïstje hoboïstjes

Zelfstandig naamwoord

dehoboïstm

  1. (muziek), (beroep) iemand die hobo speelt
    • In een orkest geeft een hoboïst de toon aan waarop gestemd wordt. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoboïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.