insectenkunde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insectenkunde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·sec·ten·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van insect zn en kunde zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insectenkunde | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de insectenkunde v [1]
- (biologie) de wetenschap die geleedpotigen onderzoekt; tak van de zoölogie (dierkunde) die zich bezighoudt met de studie van insecten
- ▸ Toch hoeven we ons geen grote zorgen te maken over de hoornaar, zeggen twee deskundigen. "Ze zoeken de mens niet op, zoals de bekende 'limonadewesp'dat wel doet", zegt hoogleraar insectenkunde Marcel Dicke.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord insectenkunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Bang voor de hoornaar? De 'limonadewesp' geeft veel meer overlast” (dinsdag 5 september 2017, 13:26), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.