investeringsbereidheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  investeringsbereidheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ves·te·rings·be·reid·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord investeringsbereidheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deinvesteringsbereidheidv

  1. de mate waarin men genegen is investeringen te doen
     De wet leidt ook tot minder investeringsbereidheid bij grote energiebedrijven. Van die bedrijven worden grote investeringen gevraagd in warmtenetten terwijl de zeggenschap bij de overheid komt te liggen.[1]
     De Jonge: "De investeringsbereidheid houden we zo overeind. Het meest zijn marktpartijen gebaat bij duidelijkheid op korte termijn, daarom zullen we het wetsvoorstel op basis van de aandachtspunten van de Raad van State afronden en in het begin van het jaar aan de Kamer sturen."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Rob Koster
    “Warmtenet goedkoper dan warmtepomp, maar niet voor de burger” (maandag 20 mei 2024, 10:33), NOS
  2. Weblink bron “Wet voor betaalbare huren stuit op kritiek van Raad van State” (maandag 20 november 2023, 12:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.