investeringsbereidheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: investeringsbereidheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ves·te·rings·be·reid·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van investering zn en bereidheid zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | investeringsbereidheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de investeringsbereidheid v
- de mate waarin men genegen is investeringen te doen
- ▸ De wet leidt ook tot minder investeringsbereidheid bij grote energiebedrijven. Van die bedrijven worden grote investeringen gevraagd in warmtenetten terwijl de zeggenschap bij de overheid komt te liggen.[1]
- ▸ De Jonge: "De investeringsbereidheid houden we zo overeind. Het meest zijn marktpartijen gebaat bij duidelijkheid op korte termijn, daarom zullen we het wetsvoorstel op basis van de aandachtspunten van de Raad van State afronden en in het begin van het jaar aan de Kamer sturen."[2]
Gangbaarheid
- Het woord investeringsbereidheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rob Koster“Warmtenet goedkoper dan warmtepomp, maar niet voor de burger” (maandag 20 mei 2024, 10:33), NOS
- ↑ Weblink bron “Wet voor betaalbare huren stuit op kritiek van Raad van State” (maandag 20 november 2023, 12:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.