investeringsbudget

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  investeringsbudget    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ves·te·rings·bud·get
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord investeringsbudget investeringsbudgetten
verkleinwoord investeringsbudgetje investeringsbudgetjes

Zelfstandig naamwoord

hetinvesteringsbudgeto

  1. hoeveelheid geld die men tot zijn beschikking heeft voor een investering
     Uit het totale jaarlijkse investeringsbudget van zo'n 20 miljard gaat de komende tijd 8 miljard dollar per jaar naar het zoeken van nieuwe olie- en gasbronnen. Stoppen met olie ziet Shell niet als de oplossing van het maatschappelijke probleem.[1]
     Merkel deed vandaag weinig toezeggingen. Het verdelen van schulden van EU-landen over de lidstaten is wat haar betreft "uitgesloten". En over een Europees investeringsbudget zei ze zuinigjes "daar moeten we het over hebben". Ze kondigde wel aan nog voor de EU-top van eind volgende week op bezoek bij Macron te gaan.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord investeringsbudget staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Gidi Pols en Thom Opheikens
    “Shell haalt eigen groene investeringsdoelen niet” (maandag 22 februari 2021, 06:36), NOS
  2. Weblink bron “Duitse minister Seehofer: 'Een grote coalitie, voor de kleine man'” (maandag 12 maart 2018, 14:22), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.