jij-bak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jij-bak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjɛibɑk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • jij-bak
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  jij vn "toegesproken persoon"  en  bak zn "grap, poets" , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I onder (5)
enkelvoud meervoud
naamwoord jij-bak jij-bakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejij-bakm

  1. (pejoratief) reactie op iemands kritiek door die eenvoudig dezelfde kritiek terug te geven
     Een rapport over fouten in de jeugdzorg werd stilgehouden, meldde de voorpagina. Kijk, dat is altijd mooi nieuws, ook nu weer: verdwenen memo’s, ondergeschoven onderzoeken, stilgehouden rapporten. Alleen schoot me wel een jij-bak te binnen. Want hoe zit het met rapporten over de krant zelf?[1]
Schrijfwijzen
  • jijbak (officiële spelling tot 2006)
Synoniemen
  •  tu quoque zn 

Werkwoord

vervoeging van
jij-bakken

jij-bak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jij-bakken
    • Ik jij-bak. 
  2. gebiedende wijs van jij-bakken
    • Jij-bak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jij-bakken
    • Jij-bak je? 

Gangbaarheid

  • Het woord jij-bak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sjoerd de Jong
    “Zeg, maar waar is dat rapport over fouten van de krant eigenlijk gebleven?” (26 juni 2021) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.