kakebaker
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / 'kɑːkəˌbɑːkəɾ /
Woordafbreking
- ka·ke·ba·ker
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kakebaker | kakebakeren | kakebakere | kakebakerne |
genitief | kakebakers | kakebakerens | kakebakeres | kakebakernes |
Zelfstandig naamwoord
kakebaker [1], m
- (beroep) banketbakker, suikerbakker, taartenbakker
- «Søndag starter kampen om å bli landets beste kakebaker.»
- Zondag begint de strijd om de beste koekbakker van het land te worden.
- «Søndag starter kampen om å bli landets beste kakebaker.»
Synoniemen
- konditor zn
Afgeleide begrippen
- kakebakend bn
- kakebakeri zn
- kakebaking zn
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.