baker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baker    (hulp, bestand)
  • IPA: /bakər/
Woordafbreking
  • ba·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kraamverzorgster’ voor het eerst aangetroffen in 1699 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord baker bakers
verkleinwoord bakertje bakertjes

Zelfstandig naamwoord

debakerv

  1. (beroep), (geschiedenis) een ongeschoolde vrouw die aan kraamverpleging deelnam
    • Een baker hoorde een ervaren, wat oudere vrouw te zijn. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bakeren

baker

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bakeren
    • Ik baker. 
  2. gebiedende wijs van bakeren
    • Baker! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bakeren
    • Baker je? 

Gangbaarheid

  • Het woord baker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  baker (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
baker bakers

Zelfstandig naamwoord

baker

  1. (beroep) bakker

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbɑːkəɾ /
Woordafbreking
  • ba·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het Noorse woord  bake ww  met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 3100

Werkwoord

baker

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bake
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   baker     bakeren     bakere     bakerne  
genitief   bakers     bakerens     bakeres     bakernes  

Zelfstandig naamwoord

baker [1] [2], m

  1. (beroep) bakker
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Zelfstandig naamwoord

baker

  1. nominatief onbepaald mannelijk enkelvoud van bak

Verwijzingen

  1. Det Norske Akademis ordbok (NAOB) bakerbod(in het Noors; geraadpleegd 2019-10-05)
  2. Store norske leksikon (SNL) baker(in het Noors; geraadpleegd 2019-10-05)

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbɑːkəɾ /
Woordafbreking
  • ba·ker

Werkwoord

baker

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bake
Schrijfwijzen
Opmerkingen

Sloveens

Zelfstandig naamwoord

baker m

  1. koper (metaal)
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.