kakebeen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kakebeen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·ke·been
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kakebeen | kakebeenderen kakebenen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kakebeen o
- (anatomie) het been van de boven- en onderkaak
- kieuw van een vis
- (pejoratief) een oud kakebeen: oude vrouw
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kakebeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kakebeen" herkend door:
| 19 % | van de Nederlanders; |
| 28 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ kakebeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.