karst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: karst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- karst
Woordherkomst en -opbouw
- Genoemd naar het Kras-gebied van Slovenië, waarvan de Duitse naam Karst is.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | karst | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de karst m
- (geologie) de verzameling verschijnselen die samenhangen met de oplosbaarheid van kalksteen onder invloed van koolzuur in de atmosfeer
- Een gebied met karst trekt vaak veel toeristen.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'karst' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karst" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Zelfstandig naamwoord
karst
Drents
Woordafbreking
- karst
Zelfstandig naamwoord
karst
Schrijfwijzen
- kaarst
Gronings
Woordafbreking
- karst
Zelfstandig naamwoord
karst
Schrijfwijzen
- kìrst
Synoniemen
- joul
- karsttied
- kìrsttied
- midwinter
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Nedersaksisch
Woordafbreking
- karst
Zelfstandig naamwoord
karst
Schrijfwijzen
|
Synoniemen
|
|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Veluws
Woordafbreking
- karst
Zelfstandig naamwoord
karst
Schrijfwijzen
- kärst
- kerst
Synoniemen
- käärstmissen
- karsemes
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.