kastie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kastie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑsti/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kas·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kastie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetkastieo

  1. (sport) balsport die enigszins lijkt op honkbal
    • Meester Van de Wilgen haalde de benodigdheden voor het kastie van zijn fiets. Bij dit spel slaagde ik er zelden in het keiharde rubberen balletje het veld in te slaan. [4]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kastie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
10 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.