kerstbal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstbal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛrs(t)bɑl/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈkɛrsd.bɑɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrsd.bɑɫ/
    • (Limburg): /ˈkɛrz.bɑl/
Woordafbreking
  • kerst·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstbal kerstballen
verkleinwoord kerstballetje kerstballetjes

Zelfstandig naamwoord

dekerstbalm

  1. (kerst) een bal die men als versiering ophangt, vaak aan de takken van een kerstboom
    • Ik heb dit jaar geen enkele kerstbal kapot laten vallen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstbal kerstbals
verkleinwoord - -

hetkerstbalo

  1. (kerst) een dansfeest ter gelegenheid van de kerst
    • Het kerstbal was erg elegant en een groot succes. 

Gangbaarheid

  • Het woord kerstbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.