klapstoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klapstoel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklɑpstul/ (2 lettergrepen); /ˈklɑpstuːl/
Woordafbreking
  • klap·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klapstoel klapstoelen
verkleinwoord klapstoeltje klapstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

deklapstoelm

  1. stoel met opklapbare zitting
    • Na lang zwoegen kreeg ik de klapstoel uitgeklapt. 
     Iedereen was altijd dolblij om op een van zijn klapstoelen onder zijn luifel uit te rusten.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klapstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.