klimkers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klimkers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klim·kers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimkers klimkersen
verkleinwoord klimkersje klimkersjes

Zelfstandig naamwoord

deklimkersv/m

  1. (bloemplanten) een geslacht Tropaeolum  van planten uit de familie Tropaeolaceae . Het geslacht komt voor in Centraal-Amerika en Zuid-Amerika. Klimkers telt ongeveer tachtig soorten, waaronder enkele populaire tuinplanten zoals de Oost-Indische kers. De planten van het geslacht hebben doorgaans intens gekleurde bloemen. De planten zijn populair voedsel voor de larven van Lepidoptera -soorten. Ook voor mensen is de plant eetbaar
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'klimkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.