knolselder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knolselder (hulp, bestand)
- IPA: / ˈknɔlsɛldər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- knol·sel·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knol zn en selder zn , ook op te vatten als (verkorting) van knolselderij of knolselderie
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | knolselder | knolselders |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de knolselder m
- (plantkunde) (landbouw) bepaalde plant die een eetbare knol net boven de grond ontwikkelt: Apium graveolens var. rapaceum, een variant van de selderij, Apium graveolens
- (groente) knol van de gelijknamige plant (Apium graveolens var. rapaceum)
Synoniemen
- knolselderie
- knolselderij
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- bleekselder
Gangbaarheid
- Het woord knolselder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knolselder" herkend door:
| 45 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.