kona

Faeröers

Uitspraak
  • IPA: [ˈkoːna]

Zelfstandig naamwoord

kona v

  1. vrouw


IJslands

Uitspraak
  • IPA: [ˈkʰou̯ːna]

Zelfstandig naamwoord

kona v

  1. vrouw


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkuːnɑ /
Woordafbreking
  • kona
Naar frequentie 531

Zelfstandig naamwoord

kona

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van kone
Synoniemen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkuːnɑ /
Woordafbreking
  • kona

Zelfstandig naamwoord

kona

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van kone

Zelfstandig naamwoord

kona

  1. verouderde spelling of vorm van kone tot 2012 [1]
(onbepaalde vrouwelijke vorm nominatief enkelvoud van kona)

Verwijzingen

  1. Taalhervorming 2012:
    Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
    3.1.4 Eintalsbøying av svake hokjønnsord


Oudnoords

Woordafbreking
  • kona

Zelfstandig naamwoord

kona v

  1. vrouw
Verbuiging
v
zwak
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kona         konur        
genitief   konu         kvenna        
datief   konu         konum        
accusatief   konu         konur        
Schrijfwijzen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.