kookboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kookboek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkoɡbuk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kook·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kookboek kookboeken
verkleinwoord kookboekje kookboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetkookboeko

  1. handboek met recepten voor de bereiding van gerechten
    • In dat kookboek vond ze het recept waar ze al zo lang naar zocht. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kookboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.