kookles

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kookles    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkoklɛs/
Woordafbreking
  • kook·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kookles kooklessen
verkleinwoord kooklesje kooklesjes

Zelfstandig naamwoord

dekooklesv/m

  1. (onderwijs) (kookkunst) les om te leren koken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kookles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.