kroonprins

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kroonprins    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kroon·prins
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kroonprins kroonprinsen
verkleinwoord kroonprinsje kroonprinsjes

Zelfstandig naamwoord

dekroonprinsm

  1. (adel) een prins die in een monarchie de eerste is die de rechtmatige vorst opvolgt bij aftreden of overlijden
     En daardoor waren de voorwaarden voor een normale en vriendschappelijke relatie tussen de Noren en de Duitsers zo goed als vernietigd. Koning Haakon en de kroonprins, zijn oude zeilvriend Olav, zaten nu samen met de gevluchte Noorse regering in Londen.[1]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kroonprins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • kroon·prins

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord kroonprins kroonprinse

kroonprins

  1. (adel) kroonprins
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.