landsvrouwe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  landsvrouwe    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lands·vrou·we
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landsvrouwe landsvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delandsvrouwev [1]

  1. (politiek) de echtgenote van een landsheer; vrouw met territoriale soevereiniteit
     Ze vergat dat ze haar landsvrouwe verlof zou moeten vragen om te gaan, zo groot was haar angst.[2]
  2. vrouwelijke vorst
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord landsvrouwe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.