leesboek

Nederlands

Uitspraak

Geluid: leesboek (hulp, bestand)

Woordafbreking

lees·boek

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van lees ww en boek

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	leesboek	leesboeken
verkleinwoord	leesboekje	leesboekjes

Zelfstandig naamwoord

het leesboek o

een boek met teksten, meestal om kinderen te leren lezen

Vertalingen

1. een boek met teksten, meestal om kinderen te leren lezen

Duits: Lesebuch ^(de) o
Engels: reader ^(en), storybook ^(en), primer ^(en), reading book ^(en)
Frans: livre de lecture ^(fr), manuel de lecture ^(fr), manuel de littérature ^(fr)

Gangbaarheid

Het woord leesboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leesboek" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.