leeuwendeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leeuwendeel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leeu·wen·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leeuwendeel leeuwendelen
verkleinwoord leeuwendeeltje leeuwendeeltjes

Zelfstandig naamwoord

hetleeuwendeelo

  1. het grootste deel, het belangrijkste deel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leeuwendeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.