leeuwendeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: leeuwendeel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- leeu·wen·deel
Woordherkomst en -opbouw
- [1]
- samenstelling van leeuw en deel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leeuwendeel | leeuwendelen |
verkleinwoord | leeuwendeeltje | leeuwendeeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het leeuwendeel o
- het grootste deel, het belangrijkste deel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord leeuwendeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leeuwendeel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ leeuwendeel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.