lepelplant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lepelplant (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- le·pel·plant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lepel en plant zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepelplant | lepelplanten |
verkleinwoord | lepelplantje | lepelplantjes |
Zelfstandig naamwoord
de lepelplant v / m
- (bloemplanten) een geslacht Spathiphyllum uit de aronskelkfamilie (Araceae ). Het geslacht is onder te verdelen in veertig soorten, waarvan een aantal wordt gebruikt als kamerplant. De lepelplant komt uit het regenwoud. Om hem mooi te houden is veel water nodig en dient hij af en toe besproeid te worden. De plant overleeft echter ook periodes met weinig water. Hij heeft niet veel zonlicht nodig
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lepelplant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] lepelplant op Wikidata
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.