maartweek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maartweek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • maart·week
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maartweek maartweken
verkleinwoord maartweekje maartweekjes

Zelfstandig naamwoord

demaartweekv/m

  1. (tijdrekening) week in de maand maart
    Verwante begrippen

    Gangbaarheid

    • Het woord maartweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.