oktoberweek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oktoberweek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ok·to·ber·week
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oktoberweek oktoberweken
verkleinwoord oktoberweekje oktoberweekjes

Zelfstandig naamwoord

deoktoberweekv/m

  1. (tijdrekening) week in de maand oktober
    Verwante begrippen

    Gangbaarheid

    • Het woord oktoberweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.