matematik

Deens

Uitspraak
  • IPA: [madəmaˈtig]
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Griekse mathematike.

Zelfstandig naamwoord

matematik

  1. (wiskunde) wiskunde

Verwijzingen

    Slowaaks

    Zelfstandig naamwoord

    matematik m

    1. (wiskunde) (beroep) wiskundige

    Tsjechisch

    Uitspraak
    • IPA: /matɛmatɪk/
    Woordafbreking
    • ma·te·ma·tik

    Zelfstandig naamwoord

    matematik m bezield

    1. (wiskunde) (beroep) wiskundige
    Verbuiging


    Afgeleide begrippen
    • matematický
    • matematička v
    Verwante begrippen

    Verwijzingen

    Meer informatie

    Turks

    Zelfstandig naamwoord

    matematik

    1. (wiskunde) wiskunde

    Zweeds

    Zelfstandig naamwoord

    matematik g

    1. (wiskunde) wiskunde
    Verbuiging
    matematiks enkelvoud meervoud
      onbepaald bepaald onbepaald bepaald
      nominatief     matematik     matematiken     -     -  
      genitief     matematiks     matematikens     -     -  
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.