meel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meel    (hulp, bestand)
  • IPA: /mel/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /mɪːɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /meɫ/
    • (Limburg): /mel/
Woordafbreking
  • meel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmeelo

  1. (voeding) gemalen graan
    • Meel is de basis van vele producten die men in de westerse wereld eet. 
Gelijkklinkende woorden
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • Met meel in de mond spreken/praten
Iets zeggen waar men zelf niet achterstaat / Iets niet duidelijk zeggen, ergens omheen praten
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
melen

meel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van melen
    • Ik meel. 
  2. gebiedende wijs van melen
    • Meel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van melen
    • Meel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord meel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.