meertaligheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meertaligheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meer·ta·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meertaligheid -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demeertaligheidv

  1. de vaardigheid om meerdere talen vloeiend te kunnen spreken
    • De laatste jaren heeft het concept van de meertaligheid aan belang gewonnen in de door de Raad van Europa gehanteerde benadering van taalleren.[1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord meertaligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.