meivis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meivis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mei·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mei zn en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meivis | meivissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de meivis m
- vissen die in het voorjaar gevangen worden
- ▸ In het project werken inwoners, organisaties en overheden langs de Rijn samen om de leefbaarheid van de rivier te verbeteren voor niet alleen de zalm, maar ook voor de zeeforel, meivis en lamprei.[1]
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord meivis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meivis" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Recordaantal zalmen in Duitse Rijn” (03-06-2015), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.