mum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mum    (hulp, bestand)
  • IPA: /mʏm/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • mum
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ogenblik’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord mum -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmumo

  1. (uiterst kort) ogenblik
Uitdrukkingen en gezegden
  • in een mum (van tijd)
heel snel, in zeer korte tijd
  Hoe kun je in vredesnaam zo snel een berg oplopen? Binnen een mum van tijd verdween haar witte rugzak het bos in. [4] 
  • zeer snel
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord mum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Turks

Woordafbreking
  • mum
enkelvoud meervoud
nominatief   mum     mumlar  
genitief   mumun     mumların  
datief   muma     mumlara  
accusatief   mumu     mumları  
locatief   mumda     mumlarda  
ablatief   mumdan     mumlardan  

Zelfstandig naamwoord

mum

  1. kaars (voorwerp voor verlichting)
  2. was (groep stoffen bestaande uit esters van vetzuren en alcoholen)
  3. bijenwas
Synoniemen
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.