narcisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  narcisme    (hulp, bestand)
  • IPA: /nɑrˈsɪsmə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • nar·cis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord narcisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetnarcismeo

  1. (psychologie) iemand met te veel eigenliefde, egoïsme, dominantie, ambitie, en met een gebrek aan inlevingsvermogen
    • In de VS circuleert een tweetal petities met deze strekking: Trump heeft een psychische stoornis en daarom is hij ongeschikt voor het ambt van president. De petities zijn inmiddels door honderden psychiaters en psychologen ondertekend. Wat dat over hen zegt? Niet veel goeds. Wat allereerst opvalt, is dat de shrinks het maar niet eens kunnen worden over het ziektebeeld. Trump lijdt aan een kwaadaardige vorm van narcisme, zegt het ene groepje. Nee, hij heeft last van paranoia, beweert de andere club. Maar nee toch, betoogt het derde smaldeel, hij is een pathologische leugenaar. Hij vertoont een demente aftakeling, meent weer een vierde groep. Wat is het nou? [4] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • beroepsnarcisme

Gangbaarheid

  • Het woord narcisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.