nationalisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nationalisme    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·ti·o·na·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nationalisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetnationalismeo

  1. voorliefde voor het vaderlandse
  2. (politiek) politieke ideologie die stelt dat een staat als politieke eenheid zich moet richten op een specifiek volk als historisch bepaalde sociaal-culturele eenheid
    • Een gematigde vorm van nationalisme kan een land ten goede komen. Aan een meer fervent nationalisme kleven echter veel nadelen. Mensen hechten dan zo’n groot belang aan hun eigen staat of natie dat ze een agressieve oorlog ondersteunen, hun land of volk zwaar willen bewapenen, en de samenwerking met andere landen opzeggen. [2] 
    • "Poetins radicale Russische nationalisme wil de hele Oekraïense natie Russisch maken. Met weeskinderen zonder bescherming is dit het makkelijkst te bereiken."[3] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nationalisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  nationalisme     le nationalisme          

Zelfstandig naamwoord

nationalisme m

  1. nationalisme
    «Une poussée de nationalisme.»
    Een golf van nationalisme.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.