negorij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  negorij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ne·go·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘gehucht’ voor het eerst aangetroffen in 1888 [1]
  • Afgeleid van het Maleise negari
enkelvoud meervoud
naamwoord negorij negorijen
verkleinwoord negorijtje negorijtjes

Zelfstandig naamwoord

denegorijv

  1. (pejoratief) een afgelegen gehucht
    • Dat gebied is nog een echte negorij. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord negorij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.