netelboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: netelboom (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ne·tel·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van netel en boom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netelboom | netelbomen |
verkleinwoord | netelboompje | netelboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de netelboom m [1]
- (bloemplanten) een geslacht Celtis van zestig tot zeventig soorten bomen uit de hennepfamilie (Cannabaceae ). De bomen worden meestal 10-25 m hoog, zelden tot 40 m hoog. Vroeger werd het geslacht tot de iepenfamilie (Ulmaceae ) gerekend of in de eigen familie Celtidaceae ondergebracht. In het APG II-systeem (2003) wordt het geslacht in de hennepfamilie (Cannabaceae ) geplaatst
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'netelboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.