nimbus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nimbus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nim·bus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘regenwolk’ voor het eerst aangetroffen in 1861 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nimbus nimbussen
verkleinwoord nimbusje nimbusjes

Zelfstandig naamwoord

denimbusm [3]

  1. een ring van licht om het hoofd, een aureool, heiligenkrans, stralenkrans, halo
  2. (natuurkunde) een optisch verschijnsel in de atmosfeer dat kan optreden wanneer er zich bepaalde atmosferische condities voordoen (met name een ijle nevel van ijskristallen)
  3. (meteorologie) zware wolk
Hyponiemen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nimbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.