wolk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wolk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɔlək/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wolk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wolk wolken
verkleinwoord wolkje wolkjes

Zelfstandig naamwoord

dewolkv/m

  1. (meteorologie) samenhangende verzameling van merendeels zwevende waterdruppeltjes
     Toen ik de gigantische muur inktzwarte wolken op me af zag komen barstte ik in tranen uit.[4]
     We hadden enorm veel geluk omdat er die avond een volle maan scheen en er geen wolkje aan de lucht was.[4]
  2. (figuurlijk) in een ~ van: toonbeeld van blakende gezondheid (tegenwoordig m.n. gezegd van borelingen) [5]
     Niet één, maar twee keer een wolk van een baby: GTST-acteur Ferri Somogyi is vader geworden van een tweeling.[6]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Er was geen wolkje aan de lucht
Er was geen enkele aanwijzing dat er iets ernstigs zou kunnen gebeuren
  • Achter de wolken schijnt de zon
Een vervelende situatie heeft ook altijd wel iets goeds in zich/is maar tijdelijk
  • Op een roze wolk zijn, zitten
zeer gelukkig of verliefd zijn.
  • Een jongen als een wolk
Stoett-2603 [7]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.