halo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhalo/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ha·lo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halo halo's
verkleinwoord halootje halootjes

Zelfstandig naamwoord

dehalom

  1. (religie) stralenkrans die (het hoofd van) een heilige in afbeeldingen omgeeft
     Aan het kruisribgewelf ervan hangt het gepolychromeerde eikehouten Marianum uit 1533. Een halo van stralen en vlammen omringt deze dubbele Madonna.[4]
  2. (meteorologie) diffuse lichtgevende ring rond de zon of de maan veroorzaakt door lichtstrooiing aan ijskristallen in de dampkring
    • Er bestaat een grote verscheidenheid aan halo's doordat ijskristallen licht op veel verschillende manieren kunnen breken. 
     We spraken over haar ervaringen en zij sloot het telefoongesprek af met de woorden: „Moet je eens naar buiten kijken, er is zo’n prachtige halo om de maan.”[5]
  3. (astronomie) de bolvormige invloedsfeer die een melkwegstelsel omgeeft
    • In de halo bevinden zich bolvormige sterrenhopen. 
     Amerikaanse astronomen hebben ontdekt dat melkwegstelsels van zeer uiteenlopende typen en helderheden omringd worden door een zeer ijle, maar ook zeer uitgestrekte halo van hoog geïoniseerde koolstofatomen. Zo'n halo verraadt zich doordat hij het licht van quasars die er op heel grote afstanden achter staan op bepaalde golflengten absorbeert.[6]
  4. (economie) uitstraling van een marketingactiviteit op een ander merk/product dan dat waar de activiteit direct op gericht is
     Het is de droom van elke marketeer om zo'n status te bereiken waarin de halo van het merk zo helder schijnt dat het alles verlicht wat het bedrijf aanraakt.[7]
  5. (sport) constructie van stangen op racevoertuigen die het hoofd van de coureur bij een botsing moeten beschermen
     Eén ding valt wél op aan de nieuwe bolide in de Formule 1: die zware constructie op de cockpit die wat wegheeft van een teenslipper. De halo is nu verplicht, maar wordt nog steeds verguisd.[8]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [4] halo-effect
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord halo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[9]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. halo op website: Etymologiebank.nl
  3. "halo" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Weblink bron
    Jean Luc Meulemeester
    Kunstschatten uit de Sint-Leonarduskerk van Zoutleeuw, parel van Haspengouw in: Vlaanderen., 254 jrg. 44 nr. 1 (januari/februari 1995), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt, p. 39 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
  5. Weblink bron
    Esther Visser-Stoelinga
    “Ikje : Halo” (6 maart 2019) op nrc.nl
  6. Weblink bron
    George Beekman
    “Hongerige halo” (11 augustus 2001) op nrc.nl
  7. Weblink bron Gearchiveerde versie “Halo effect engelachtige aannames halo effect op bevooroordeelde verwachtingen” (3 juni 2024) op fastercapital.com
  8. Weblink bron
    Frank Huiskamp
    “De halo valt best mee voor Max Verstappen en collega’s” (22 maart 2018) op nrc.nl
  9. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈheɪləʊ/
Woordafbreking
  • ha·lo

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
halo halos
haloes

halo

  1. (religie) halo
  2. (meteorologie) halo

Indonesisch

Woordafbreking
  • ha·lo
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] van het Nederlands hallo; een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong.
  • [2] van het Nederlands halo; een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong.

Tussenwerpsel

halo

  • [1] hallo aanroep bij begin telefoongesprek, om aandacht te trekken of als begroeting
Synoniemen
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

halo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ha·lo
enkelvoud meervoud
halo halos

Zelfstandig naamwoord

halo m

  1. (religie) halo
  2. stralenkrans

Werkwoord

vervoeging van
halar

halo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van halar

Verwijzingen

    Tsjechisch

    Uitspraak
    • IPA: /ɦalɔ/
    Woordafbreking
    • ha·lo

    Zelfstandig naamwoord

    halo o

    1. halo
    Verbuiging
    Afgeleide begrippen
    • halový

    Verwijzingen

      Zelfstandig naamwoord

      halo

      1. vocatief enkelvoud van hala
      Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.