nogal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nogal    (hulp, bestand)
  • IPA: /nɔˈɣɑl/ (2 lettergrepen); /'nɔ.ɣɑl/
Woordafbreking
  • nog·al
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

nogal

  1. tamelijk, in aanzienlijke mate
    • Dit is nogal grof, vind je niet? 
     Mentaal was het nogal omschakelen van kilometers naar mijlen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nogal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. nogal op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • no·gal
enkelvoud meervoud
nogal nogales

Zelfstandig naamwoord

nogal m

  1. (plantkunde) notenboom
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.