notulen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notulen    (hulp, bestand)
  • IPA: /noˈtylə(n)/ (3 lettergrepen), /ˈnotylə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • no·tu·len
Woordherkomst en -opbouw
  • alleen meervoud via Middelnederlands notele van middeleeuws Latijn notula, in de betekenis van ‘aantekeningen van vergadering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1592 [1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord - notulen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denotulenmv

  1. beknopt verslag van een bijeenkomst
    • De notulen worden steeds door iemand anders gemaakt. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord notulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.