objektiv

Niet te verwarren met: Objektiv, objektív

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ɔpjɛktiːf/
  • Geluid:  objektiv    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ob·jek·tiv
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord Objekt met het achtervoegsel -iv

Bijvoeglijk naamwoord

objektiv

  1. objectief
Afkorting
  • obj.
Synoniemen
  • neutral
  • sachlich
  • unbeeinflusst
  • unparteiisch
Antoniemen
  • subjektiv
  • parteiisch
  • unsachlich
Typische woordcombinaties
  • objektive Beurteilung vobjectieve beoordeling
  • objektive Kritik vobjectieve kritiek
Verwante begrippen
  • objektivieren
  • Objektivierung v
  • Objektivismus m
  • Objektivität v

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔbjɛktɪf/, /ɔbjɛktiːf/
Woordafbreking
  • ob·jek·tiv

Zelfstandig naamwoord

objektiv monbezield

  1. (optica) objectief; de lens (of het lenzenstelsel) van een optisch instrument (bijvoorbeeld een microscoop of verrekijker) die zich het dichtst bij het te bekijken voorwerp ('object') bevindt
  2. (grammatica) obliquus, obliek; een generieke naam voor iedere naamval anders dan nominatief of vocatie
Verbuiging
Synoniemen
  1. předmětový pád monbezield
Antoniemen
  1. okulár monbezield
Afgeleide begrippen
  • makroobjektiv monbezield
  • objektivový
  • teleobjektiv monbezield
Typische woordcombinaties
  • širokoúhlý objektiv monbezield
Verwante begrippen
  • objekt monbezield
  • objektivita v
  • objektivní

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.