olijfboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  olijfboom    (hulp, bestand)
  • IPA: /oˈlɛivbom/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • olijf·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olijfboom olijfbomen
verkleinwoord olijfboompje olijfboompjes

Zelfstandig naamwoord

deolijfboomm

  1. (plantkunde) Olea europaea  Olea europaea var. europaea  een boom waaraan olijven groeien
    • Wij hebben een olijfboom in de achtertuin staan. 
Afgeleide begrippen
  • olijfboomcoalitie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord olijfboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.