omslag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omslag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·slag
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van omslaan
- samenstelling van om en slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omslag | omslagen |
verkleinwoord | omslagje | omslagjes |
Zelfstandig naamwoord
omslag m ([1,2] ook o)
- het bekleedsel aan de buitenkant van een boek.
- een doek om een ziek lichaamsdeel.
- een plotselinge verandering in het tegendeel.
- "Nog geen omslag in duurzaamheidsbeleid van banken" [1]
- onnodige drukte.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- boekomslag, booromslag, briefomslag, cultuuromslag, polderomslag, stofomslag
Afgeleide begrippen
- omslagartikel, omslagboor, omslagdoek, omslagfonds, omslaghaven, omslagpunt, omslagstelsel, omslagtekening, omslagtitel
Vertalingen
1. het bekleedsel aan de buitenkant van een boek.
Gangbaarheid
- Het woord omslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omslag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.