onthaalmoeder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onthaalmoeder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔntˈhalmudər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ont·haal·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onthaalmoeder onthaalmoeders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deonthaalmoederv

  1. vrouw die als beroep een klein aantal kinderen in haar woning opvangt
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord onthaalmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.