oogglas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oogglas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oog·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogglas oogglazen
verkleinwoord oogglaasje oogglaasjes

Zelfstandig naamwoord

hetoogglaso

  1. (optica) een bril voor één oog
    • Zijn grootvader droeg nog een oogglas aan een kettinkje. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'oogglas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.