oorlogsinvalide
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oorlogsinvalide (hulp, bestand)
- IPA: / ˈorlɔxsˌɪɱvaˌlidə / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- oor·logs·in·va·li·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oorlog zn en invalide zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogsinvalide | oorlogsinvaliden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de oorlogsinvalide v / m [1]
- (persoon) iemand die met ernstige gebreken kampt door deelname aan een gewapend conflict tussen landen
- ▸ Méér dan dat hij van origine een Oostenrijker en verder een oorlogsinvalide was, die in al de vier windstreken der aarde in ziekenhuizen en gevangenissen gelegen had omdat hij niet schieten wilde en daarom geschoten werd, staken wij echter niet van hem op.[2]
Vertalingen
1. iemand die met ernstige gebreken kampt door deelname aan een gewapend conflict...
|
Gangbaarheid
- Het woord oorlogsinvalide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Pelgrimstocht door Franciscaans Italië.” (1954), Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen, p. 124/125
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.