invalide

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  invalide    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɪɱvaˈlidə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • in·va·li·de
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans invalide, in de betekenis van ‘gehandicapt’ voor het eerst aangetroffen in 1726 [1] [2]
  • afgeleid van valide met het ontkennend voorvoegsel in- [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord invalide invaliden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deinvalidev/m

  1. iemand die door een gebrek beperkt is in zijn mogelijkheden
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen invalideinvaliderinvaliedst
verbogen invalidereinvaliedste
partitief invalidesinvaliders-

Bijvoeglijk naamwoord

invalide

  1. (medisch) door een gebrek beperkt in zijn mogelijkheden
  2. (juridisch) ongeldig
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord invalide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.