opdracht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opdracht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔbdrɑxt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- op·dracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opdracht | opdrachten |
verkleinwoord | (opdrachtje) | (opdrachtjes) |
Zelfstandig naamwoord
de opdracht v / m
- een (door een hogere autoriteit in de organisatie) opgelegde verplichting tot het verrichten van werk
- Jullie krijgen voor morgen drie opdrachten mee.
- een taak die men voor een klant, tegen betaling, mag uitvoeren
- ▸ Wat me wel is gelukt is om af en toe voor klanten in het buitenland vanuit huis opdrachten uit te voeren.[2]
- vermelding in een boek waarin staat voor wie het boek speciaal geschreven is
Verwante begrippen
Verwante begrippen
- Maria opdracht
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord opdracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opdracht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ opdracht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.