optillen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  optillen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·til·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
optillen
tilde op
opgetild
zwak -d volledig

Werkwoord

optillen

  1. overgankelijk iets van de grond opheffen
    • Hij probeerde zijn zoontje op te tillen, maar ervoer dat de jongen daarvoor al te groot was. 
  2. het hoofd optillen: niet meer naar beneden kijken maar vooruit of omhoog
    • Toen tilde hij het hoofd weer op en keek eerst de kring mannen rond en daarna Kleine Woord aan. [1] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord optillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 32
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.