oudtante

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oudtante    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑutɑntə/ (3 lettergrepen); /'ʌʊtɑntə/
Woordafbreking
  • oud·tan·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oudtante oudtantes
verkleinwoord oudtantetje oudtantetjes

Zelfstandig naamwoord

deoudtantev

  1. (familie) tante van een ouder, zus van een grootouder
    • Een oudtante van mij is laatst toch nog gaan reizen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oudtante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.