paasei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paasei    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paas·ei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paasei paaseieren
verkleinwoord paaseitje paaseitjes

Zelfstandig naamwoord

hetpaaseio

  1. een ei van chocolade of suiker dat op of omstreeks Pasen gegeten wordt
    • De kinderen aten bij het ontbijt paaseieren. 
  2. een ter gelegenheid van Pasen gekleurd en versierd kippenei
    • De ouders gingen met z'n allen paaseieren verven. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paasei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.